Iedere maand zet Art-fact in de rubriek Spot aan! een (amateur)kunstenaar of amateurkunstgroep in de spotlight. Deze maand is dat Oda Buijs, theatermaker/theaterdocent en koorzanger.
Mijn naam is Oda Buijs en ik ben theatermaker/theaterdocent en koorzanger. De laatste achttien jaar werkte ik als docent aan de Hogeschool voor de Kunsten (Academy of the Arts) aan de Academie voor Theater en aan de afdeling Muziektheater, tot mijn pensioen in 2022.
Hoe lang ben je al actief in deze discipline?
Als kind van acht speelde ik al met mijn broers en zusje afleveringen van Swiebertje na, op zondagochtend, als mijn ouders nog in bed lagen. Ik regisseerde en speelde op ons achterplaatsje wat we de dag ervoor op de televisie hadden gezien. Dat was rond 1964.
Na mijn studie aan de lerarenopleiding ben ik aan de slag gegaan als docent Nederlands. En midden jaren '80 vroegen de Torenspelers mij als actrice. Dat vond ik een eer omdat die theatergroep altijd spannend theater maakt onder leiding van uitgesproken regisseurs. Daar heb ik feitelijk alle facetten van het theatervak geleerd: spelen, decors mee ontwerpen, licht hangen en het regisseren afkijken. Dát aspect, het regisseren, vond ik het leukste. En toen ik in 1985 iets anders wilde wat meer creatieve uitdaging bood dan lesgeven, ging ik ook spelen in Theater T Heks. Dat was de voorloper van wat nu Theater de Nieuwe Vorst is. In een industriële doos in Tilburg Noord werden daar theatercursussen gegeven, producties gemaakt en voorstellingen getoond. Een ontzettend inspirerende plek. Er zijn nog heel wat Tilburgse makers actief die daar toen begonnen, denk bijvoorbeeld aan Simon Haen, Joost van Dijk, Joris van Midde, Ilse Vermeulen, Sandra Broekmans, Wim Berings, Yvonne van Beukering enz.
Daar ging het vuurtje stevig branden en in 1987 deed ik toelating aan de Toneelacademie Maastricht. In 1991 studeerde ik af als theaterdocent/regisseur.
Ik ben nooit meer opgehouden met regisseren en theaterles geven. Onder andere aan theaterwerkplaats de Muze - de voorloper van de theaterafdeling van het Factorium - de Nieuwe Vorst, Theateropleidingen in het land en de laatste jaren aan de Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg.
Foto's uit de theatergroep 'Torenspelers' in 1988.
"Het hoogst haalbare is voor mij als ik toeschouwers kan meenemen in een verhaal, even onderdompelen in een andere wereld. Dat ze dan na een uur buiten staan en dat hun gemoed dan zachter is geworden én dat ze gelachen hebben."
Waar haal je je inspiratie vandaan?
Ik werk heel graag vanuit theaterteksten en teksten uit de literatuur in mijn voorstellingen met jongeren en volwassenen. Mijn studie Nederlands verloochent zich niet, ik ben nog altijd een groot liefhebber van taal.
En muziek is mijn tweede liefde, of eigenlijk mijn eerste. Van jongs af aan was er thuis muziek, mijn vader speelde piano en stimuleerde ons om zelf muziek te maken. Ik ben begonnen met vioolspelen en later ben ik gaan zingen. Dat doe ik nog steeds; koorzang is zo'n beetje het mooiste wat er is. Ik zing bij Kamerkoor Ad Parnassum en het Ariosto Ensemble. De liefde voor zingen laat zich goed combineren met theatermaken. Ik heb in de loop der jaren mijn eigen vorm van koorregie ontwikkeld, waarbij ik in eerste instantie start vanuit de muzikale gegevens die ik dan met de zangers ga vormgeven. In Tilburg werk ik al jaren met veel plezier met verscheidene koren, onlangs nog met het Tilburgs Vocaal Ensemble. Het mooie is dat het theatrale aspect - het bewegen over het podium - de beleving van de muziek bij de zangers versterkt waardoor het eindproduct niet alleen theatraal interessant wordt maar ook muzikaal. Dat is iets magisch.
Welke thema’s zijn belangrijk in het beoefenen van je kunstvorm?
Ik houd van de 'kleine mens', de sukkelaar, de gewone mens met zijn alledaagse verdriet en zorgen: la condition humaine. En die mens dan met humor vormgeven waardoor de ontroering plotseling vrij komt. Als het publiek ineens in de lach schiet, betekent dat herkenning.
Onlangs heb ik bij de Torenspelers de voorstelling 'Rolbrug' van Bouke Oldenhof geregisseerd met twee geweldige, ervaren spelers, Jack van Dongen van 85 en Kootje Schilders van 74 jaar. Dat was een feestje en ook een soort reünie want na bijna 40 jaar was ik weer terug op het honk. Ook in die voorstelling zie je twee oude mensen ploeteren, proberen, falen en weer doorgaan. Ze proberen of er nog een toekomst voor hen is. Twee stamelende gewone mensen.
Foto theatergroep 'Torenspelers' uit de voorstelling 'Rolbrug' van Bouke Oldenhof in 2023. Oda regisseerde de voorstelling met Jack van Dongen (rechts) en Kootje Schilders (links).
Wat wil je met het uitoefenen van je kunstvorm bereiken, wat is je doel?
Mensen raken en verder niks, geloof ik. Het hoogst haalbare is voor mij als ik toeschouwers kan meenemen in een verhaal, even onderdompelen in een andere wereld. Dat ze dan na een uur buiten staan en dat hun gemoed dan zachter is geworden én dat ze gelachen hebben.
Wie zijn je helden / van wie heb je het meest geleerd?
Mijn grote voorbeeld is mijn didactiekdocent van de Toneelacademie Maastricht, Kiek Wishaupt. Een uitermate creatieve en energieke docent die van werkelijk álles om haar heen een fantastische theaterles kon maken. Een heel bijzonder talent.
Wat beschouw je als je grootste mislukking?
Er zijn natuurlijk allerlei dingen niet helemaal gelukt! Lastige vraag dus. Maar ik denk dat het belangrijkste is dat ik leerde dat ik me niet moet laten leiden door angst. Toen mijn oma stierf ben ik niet naar de begrafenis geweest omdat ik te bang was om lessen te missen en ik dacht dat dat niet mocht. Maar eigenlijk wist ik meteen dat ik daar spijt van zou krijgen en tóch ben ik niet naar de uitvaart gegaan. Dat was een pijnlijke les, ik had moediger moeten zijn en mijn eigen keus moeten maken, tegen de regels ingaan. Eigenlijk is die les nog steeds niet klaar. Je blijft altijd met dezelfde elementen worstelen in je leven en dan toch steeds weer opkrabbelen en opnieuw proberen. Daar is-ie weer, de zoekende, stamelende mens.
En je grootste succes?
Er zijn natuurlijk veel dingen goed gelukt, voorstellingen, lessen, concerten, wandelingen, vriendschappen.... dus ook op deze vraag zijn vele antwoorden mogelijk. De laatste voorstelling 'Rolbrug 'is nu even mijn grootste succes, maar dat is bijna altijd zo met laatste voorstellingen, dus dat telt niet! Ik denk dat ik vooral heel veel voldoening haal en blij ben met het feit dat ik een bevlogen en inspirerende docent ben geworden. Het werken aan tafel en op de vloer met jonge mensen, ze uitdagen, het ze moeilijk maken en ze mijn vakkennis doorgeven vind ik het leukste wat er is en zeer waardevol, voor beide partijen.
Waar wil je over 10 jaar mee bezig zijn, of wat zou je willen hebben bereikt?
Haha, over 10 jaar ben ik 77! Nou, ik hoop dat ik dan nog steeds wandel, fiets, buiten ben en onverwachte dingen maak met andere mensen en dat ik anderen nog steeds kan uitdagen om mooie en spannende theatervormen uit te proberen.
Wat wil je verder nog kwijt?
'Mensen, ga vooral muziek maken, spelen, schrijven, zingen, schilderen, kastjes timmeren, en naar vogels kijken. Dat maakt de wereld en de mensen zoveel mooier.
Welke vrijetijdskunstenaar verdient volgens jou de spotlight volgende maand?
Abdallah Mohammed. Vierdejaars student aan de Academie voor Theater hier in Tilburg die verhalen ophaalt bij wijkbewoners en daar ontroerend en laagdrempelig theater mee maakt. Iemand die zorgt dat theater er toe doet, iemand die uit diep mededogen mensen een stem geeft die je anders niet makkelijk hoort.
Florian Slangen, eigenzinnig theatermaker, acteur, zanger, docent. Aanstormend talent.