Patrick van Berkel
Patrick werkt sinds 2018 bij Art-fact

Mijn naam is Patrick van Berkel. Ik speel sinds ongeveer mijn twaalfde gitaar. Eerst heb ik lessen gevolgd bij Bill Coolen, in de Piusstraat. Rond mijn zestiende ben ik gestopt met lessen, maar ben ik wel actief gebleven met allerlei bandjes. Zelden kwam het tot een optreden, maar het samen klooien in een oefenruimte was al leuk genoeg. Tijdens mijn studie is het spelen wat naar de achtergrond verdwenen, maar de liefde voor het instrument bleef. Toen ik mijn eerste vaste baan kreeg, ben ik dan ook weer les gaan nemen: klassiek gitaar bij het Factorium. Ik heb het tot c-niveau gebracht en ben daarna door allerlei omstandigheden weer gestopt met de lessen. Maar ook nu is de liefde voor het instrument niet verdwenen: er gaat altijd een gitaar mee op vakantie, bij de schoolfeesten van mijn kinderen maak ik soms met andere ouders muziek, en er zijn momenten dat ik mijn oude studieboeken er weer eens bij pak. Ook beeldende kunst heeft me altijd geboeid. Ik teken zolang ik me kan herinneren al graag en heb ook altijd graag ruimtelijk werk gemaakt. Dat leidde ertoe dat ik ben gaan studeren aan de Academie voor Beeldende Vorming hier in Tilburg.

Verder heb ik ook beroepsmatig te maken met verschillende kunstvormen. Ik was 14 jaar lang docent beeldend en CKV op diverse scholen in Brabant, bedacht en maakte als zelfstandige kunst(educatie)projecten en werkte mee aan projecten van Stichting Onterfd Goed, theatercollectief EELT en de Buurtparade Reeshof van Art-fact. Van 2014 tot 2016 volgde ik de Master Kunsteducatie aan Fontys Hogeschool voor de kunsten. Sinds 2018 werk ik voor Art-fact. Het mooie aan deze baan is het contact met alle mensen die binnen komen lopen en hen te mogen ondersteunen bij het verwezenlijken van hun ideeën. We werken samen met kunstenaars, verenigingen en andere culturele instellingen aan een fijn cultureel klimaat in Tilburg. Deel te zijn van dat culturele klimaat en anderen kunnen helpen bij het realiseren van hun projecten is geweldig. Werk voelt dan ook nooit als werk!

Samen met kunstenaars, verenigingen en andere culturele instellingen te werken aan een fijn cultureel klimaat in Tilburg is geweldig.

Hoe lang ben je al actief in deze discipline?

Met gitaarspelen zo’n 30 jaar, zij het dus niet altijd even actief. Verder ben ik niet gebonden aan één discipline, maar ben ik wel al zolang ik me kan herinneren bezig met kunst: ik bezoek tentoonstellingen, uitvoeringen en concerten in mijn vrije tijd of voor werk. Naast mijn werk voor Art-fact begeleid ik af en toe studenten op Fontys Hoge School voor de Kunsten en ben ik lid van de adviescommissie van Cultuur Verbindt Roosendaal. Ik ben dus eigenlijk altijd bezig met (amateur-)kunst en kan me een leven zonder kunst niet voorstellen.

Waar haal je je inspiratie vandaan?

Als het gaat om muziek heb ik een brede smaak: van Slayer tot Satie. Als het maar oprecht is. Dat geldt eigenlijk voor alle kunst: ik lees ook graag en kijk naar film, beeldende kunst, toneel enz. maar ik wil wel uitgedaagd worden, het moet niet oppervlakkig zijn. 


Welke thema’s zijn belangrijk in het beoefenen van je kunstvorm?

Als het gaat om zelf muziek maken, wil ik ook uitgedaagd worden: er moet iets te leren zijn. Daarnaast staat vooral mijn eigen plezier voorop. Het is ontzettend fijn jezelf te kunnen verliezen in het bespelen van je instrument of het maken van een beeld of schilderij. Dat geeft plezier en verrijkt je.

Wat wil je met het uitoefenen van je kunstvorm bereiken, wat is je doel?

Ik heb geen ander doel dan er zelf plezier aan te beleven en mezelf te ontwikkelen. Schrijver/dichter Herman de Coninck zei ooit: “Dit is een maatschappij van hebben, poëzie behoort tot het rijk van zijn”. Ik denk dat dat voor alle kunstvormen geldt. Goede kunst daagt je uit om je telkens opnieuw te verhouden tot de wereld om je heen en met een andere bril op naar die wereld te kijken. Dat is wat het bespelen van een instrument voor mij ook doet: het opent je de ogen en oren voor nieuwe muziek en daagt je uit. Het maakt je bewuster van de wereld om je heen en maakt dat je smaak zich ontwikkelt.      

Wie zijn je helden?

Degenen die in staat zijn geweest onze blik op de wereld en op kunst voorgoed te veranderen. Mensen die hun kunstvorm vooruit hebben gebracht, een omwenteling hebben veroorzaakt. Dat kan alleen maar als je in staat bent jezelf constant opnieuw uit te dagen en kritisch blijft op je eigen werk. Alleen dan kun je jezelf blijven ontwikkelen. Da Vinci, Paganini, the Beatles, Rembrant, Andy Warhol, ga zo maar door. Maar vóór hen kwamen anderen en na hen ook weer. Van allemaal valt iets te leren.  Er zijn bovendien nog altijd nieuwe 'helden' te ontdekken.   

Wat beschouw je als je grootste mislukking?

Iets is mislukt als je er helemaal niets aan hebt, als je het voor niets hebt gedaan. Maar daar geloof ik niet in: het leven is een proces. In een creatief proces heb je ook ideeën die je afwijst en ideeën die je uitwerkt. De ideeën die worden afgewezen zijn geen mislukkingen: ze hebben bijgedragen tot de ontwikkeling van het product wat dat proces uiteindelijk oplevert. Zo zie ik het leven ook. Soms zit je op een verkeerd spoor, maar daar kun je van leren. Zolang je daarvoor open staat kun je niet mislukken. 

En je grootste succes?

Dat ik van alle 'mislukkingen' tot nu toe iets heb geleerd. Ze hebben bijgedragen aan wie ik op dit moment ben en aan wat ik tot nu toe heb bereikt. Ik heb mijn hart gevolgd en heb de kans gekregen iedere dag bezig te zijn met kunst en cultuur. Dat vind ik heel waardevol.

Waar wil je over 10 jaar mee bezig zijn, of wat zou je willen hebben bereikt?

Ik vind het lastig om zo ver vooruit te kijken. Het afgelopen jaar, sinds het begin van mijn werk voor Art-fact, heb ik veel tijd gestoken in het bezoeken van voorstellingen en het voeren van gesprekken. De meeste 'vaste' mensen in het netwerk heb ik inmiddels ontmoet en ik heb van de meesten minstens één uitvoering gezien. Het is mijn ambitie de komende jaren dat netwerk nog uit te breiden en te versterken zodat we amateurkunst nog beter kunnen ondersteunen. Wat opvalt is dat de grens tussen amateurkunst en professionele kunst vervaagt. Mensen sluiten zich niet gemakkelijk meer aan bij een 'traditionele' vereniging maar zijn wel op andere manieren bezig met amateurkunst. Youtube en Instagram bijvoorbeeld zijn laagdrempelige platforms waarop iedereen zichzelf kan presenteren. Sommigen halen daar ook (een deel van) hun inkomen uit. Mensen komen via deze platforms ook met elkaar in contact en werken samen. Daarnaast zie ik initiatieven ontstaan waarin jongeren podia creëren voor een kunstvorm waaraan zij zelf verbonden zijn: ze spelen in bands of dansen en bedenken dan een platform waarop zij en anderen zich kunnen presenteren. Dit soort initiatieven zitten op de grens van amateurkunst en cultureel ondernemerschap. Ik vind dat interessante ontwikkelingen en vind dat we die moeten ondersteunen.

Wat wil je verder nog kwijt?

Het woord 'amateur' heeft een negatieve bijklank en dat is onterecht. Mensen die in hun vrije tijd kunst maken, zijn daar niet per definitie slechter in dan mensen die dat voor hun werk doen. Ze hebben wel andere ambities. Bovendien: elke professionele kunstenaar is ooit begonnen als amateur, als liefhebber. Kunst in de vrije tijd, of amateurkunst, is de voedingsbodem van professionele kunst. Het is inderdaad niet iedereen gegeven om door te breken en veel mensen willen dat ook helemaal niet. Juist het feit dat zij niet de druk hebben die een beroepspraktijk met zich meebrengt, zorgt ervoor dat ze plezier hebben in wat ze doen en dat ze hun creativiteit de vrije loop kunnen laten. Het kan een manier zijn om even los te komen van het dagelijks leven en eens op een andere manier naar de wereld te kijken.